logo
  • Noorwegen: van Rosendal tot Lampeland

Noorwegen Noorwegen
13 augustus 2023

Zondag 13 augustus

Van Rosendal naar Lampeland

Eigenaardig maar waar. De volgende ochtend genieten we van de vergissingen, die we maken. Telkens nodigt een zijweg ons uit om in te slaan, vervolgens verwondering bij het ruwe en dan weer idyllische berglandschap. Maar dan rijst telkens de vraag: kan de bus hier wel in? En om problemen te voorkomen, moeten we het schrappen.

Op een bepaald moment worden regen en wind zo beangstigend, dat ik al rampscenario’s zie opdoemen waarbij we vast komen te zitten in de bergen, met enkel een woeste Noor die ergens het dak van zijn hytte repareert. Dus we keren om, springen binnen in de toeristische dienst en reizen af richting Odda.

Odda ligt beneveld onder fabrieksdampen aan de voet van Folgefonna gletser. Het boerendorp werd ontdekt door keizer Willem II, die er jaarlijks met vakantie kwam; vandaar de vergane glorie van slecht onderhouden villa’s uit de belle epoque. Daarna kochten industriëlen hele watervallen voor de ontwikkeling van smelterijen en kunstmestfabrieken. Een boeiend verhaal met een minder oogstrelend resultaat.

Maar verderop in de vallei worden de hellingen getooid met een gevarieerde fruitteelt. De kraampjes met kersen langs de weg lonken. Ik bezwijk, terwijl Etienne zorgt voor het didactisch materiaal.

Vlaamse Viking Mark met zijn Duitse Claudia verwelkomen ons onderweg naar Eidfjord op baanaffiches voor zijn Ravenheart, een toeristisch evenement met folkloremuseum. We vinden een plekje bij het middeleeuwse kerkje dat werd gesticht door een Vikingvrouw uit boetedoening voor haar hekserij, waarbij zelfs haar echtgenoot verdronk door haar ‘onwetendheid’. Ondanks de vijandige blik van een buurtbewoners, slapen we rustig.

Eidfjord is weer zo’n Noorse trekpleister van superlatieven. Woeste kloofdalen, smaragdgroene fjorden, lieflijke valleien. De natuurfilm in het Hardangervida Natursenter is van een ongekend hoog niveau. De waterval van Voringfossen is toegankelijk gemaakt met architecturale hoogstandjes van landschapsinrichting. Vanuit elk mogelijk perspectief kan je van het schouwspel genieten. En dan de tocht met staalblauwe lucht enkel geaccentueerd met enkele vederwolken over het plateau van Hardangervida tot Geilo. De witte ijskap met outletglaciers contrasteert met de blauwe lucht. Tussen rotsen geërodeerd door gletsjers, liggen poelen met veenmos, dat al helrood kleurt door de naderende herfst. Het is heerlijk warm. We onderbreken om te snoepen van de kersen, terwijl twee goudplevieren dartelen in een plas.

Eenmaal de hotelprospectie van Vestlia Resort in Geilo achter de rug, gaan we op zoek naar een plaats voor de nacht. In Hagafoss ontdekken we een ‘plat plekske’ aan de oever van Holsfjorden inclusief picknickbank. Het krijgt allemaal een huiselijk tintje met ons oranje vichy geruite tafellaken. Een voorbij wandelende vrouw vindt het echt gezellig. Ze vertelt over de watersnood van de voorbije week. Het hele dorp Gol werd geëvacueerd naar ‘ons’ hotel in Geilo. Ze vond de organisatie fantastisch. Maar ook vertelde ze over de verwoeste huizen en de waterschade van kennissen. Toen zagen we pas de grondverschuivingen aan de overzijde van het fjord. De volgende ochtend opnieuw een rampverhaal van een andere wandelaarster. Zij werk op een camping waar een heleboel caravans waren weggespoeld.

De volgende ochtend met een enigszins onwennig gevoel op ramptoeristentoer. Immer hier tussen Geilo en verder stroomafwaarts is de schade van de storm het grootst. Huizen als kaartenhuisjes in elkaar geklapt, auto’s verpletterd tot oud schroot, ontwortelde bomen als lucifers, en overal drijven de Noorse trolleneieren (nvdr de witte platic zakken met hooi) in de kolkende rivier. Voorlopig wagen we het niet meer om aan waterkanten te parkeren waar plots het water zou kunnen stijgen. Ook best ergens een vaste ondergrond om te kamperen. Vaak zijn boswegen uitgeschuurd door het afstromende regenwater.

Het wordt een lange goed onderhouden baan tot Hönefoss. De eentonigheid is nochtans vermoeiend. Het werkt op mijn humeur. De enige onderbrekingen zijn de staafkerk van Torpo, met unieke schilderingen. Maar de andere geplande musea zijn gesloten door de aanhoudende en stijgende waterstand van de rivieren: het openluchtmusueum in Hallingdal en het kunstmuseum van Kistefos.

We bevinden ons ten noorden van Oslo, dichter bewoond. Enkel campings en camperplaatsen aan de overlopende waterkanten. We vinden een plaats in het bos. Het heeft voor mij iets onheilspellends. Plots word ik overweldigd door een onredelijke angst voor vermeende brommers en gure figuren in passerende auto’s. Etienne brengt de rust terug, maar de nacht wordt voor ons beiden kort en woelig.

‘s Morgens beslissen we dat we ‘s avond het hotel in Lampeland zullen boeken. Het is voor de hele dag maar een korte rit met enkel de barokke kerk van Kongsberg op het programma. Maar de regen wijkt tegen de middag voor zomerse zon. Kongsberg heeft nog veel meer te bieden, met onder meer het nationale mijnbouwmuseum en de oude zilvermijn. Allemaal even boeiend voorgesteld. Ik ga het trachten om het op te nemen in het reisprogramma.

Eindpunt van de dag Hotel Lampeland. Een klein wasje, een heerlijke douche en een perfekt avondmaal: Indrefilet av okse med søtpotetpuré, stekt blomål og smørdampet asparges, kremet soppsaus…oftewel biefstuk-friet