31 maart is voorbij, en 2 november komt nog
dag 2 citytrip Parijs 2020 (deze reis wordt verplaatst naar 1-4 november 2020, lees meer...)
Vandaag laten we dame Corona even staan waar ze staat of ligt, maakt niet uit. Wij gaan eerst samen wandelen door Saint-Germain en Le Quartier Latin.
Daarna eten we een hapje in Le chalet du Luxembourg in het gelijknamige park. Zijn pizza’s zijn niet zwaar, zegt de rondborstige ober die meteen een flesje Macôn op tafel zet. Nee, nee, ze zijn licht als het aprils (op de valreep) briesje dat het park lekker laat geuren. En ja, ja, we hebben een perfect plaatsje gekozen. De zon zal binnen vijf minuten door het gebladerte priemen en onze botten verwarmen. Geen luxe na zo’n lange winter. Naar het schijnt zal het weer nog een paar dagen goed blijven.
Vanuit Le Luxembourg is het maar een boogscheut naar het Pantheon. Dit weergaloze monument, een streng bouwwerk met blinde vensters, gebouwd door architect Soufflot, kende aanvankelijk een vreemde geschiedenis. Nu eens werd het gebruikt als kerk, dan weer als nationale basiliek of als lekentempel, maar wel altijd als middelpunt van één of andere eredienst. Met de komst van de as van Victor Hugo kwam er een einde aan dit turbulente bestaan. Vanaf toen werd het Pantheon definitief bevestigd als ‘Tempel van de Natie’, een mausoleum voor beroemde Fransen.
De eerste burger die er effectief begraven werd meteen na de Revolutie, was Mirabeau. Hij werd echter vrij vlug weer buiten gebonjourd: bleek dat de snoodaard stiekem gecorrespondeerd had met Lodewijk XVI.
Het feministisch ‘Collectief voor vrouwen in het Pantheon’ vindt dat de president dringend een flink aantal mannen zou kunnen ‘dépanthéoniseren’ ten voordele van roemrijke verdienstelijke vrouwen. De verhouding tussen mannen en vrouwen is inderdaad nu uitermate scheef: 72 mannen versus 5 vrouwen.
- Eén van die vrouwen, Sophie Berthelot, ligt er op verzoek: de eminente chemicus Marcellin Berthelot wilde ook postuum niet van zijn echtgenote worden gescheiden. Ze telt dus niet echt mee.
- De eerste vrouw die - in 1995 - het Pantheon op eigen kracht bereikte was de legendarische natuur- en scheikundige Marie Curie, tweevoudig Nobelprijswinnaar.
- Pas in 2015 kwamen Geneviève de Gaulle-Anthonioz, nichtje van Charles De Gaulle en Germaine Tillion, beiden verzetsstrijdsters en activisten voor mensenrechten, Marie vervoegen.
- Met Simone Veil werd in 2017 de vierde/vijfde vrouw ‘gepanthéoniseerd’.
En dat terwijl de oorspronkelijke kerk was toegewijd aan een vrouwelijke heilige, Sainte Geneviève, patrones van Parijs.
Het is echter - zelfs voor mannen - niet zo simpel om in aanmerking te komen voor “une Panthéonisation”. Allereerst moet je de Franse nationaliteit bezitten en verdienstelijk geweest zijn voor het land. Dan moet je worden voorgedragen bij de president. Ook moet er een lichaam zijn, een fragment ervan of de as. En dan is er nog de regel ‘10 jaar overleden zijn’. Als je familie dan het licht op groen zet, moet de burgemeester nog zijn fiat tot opgraving verlenen (dat ontbrak bvb voor George Sand) en tenslotte is de handtekening van de president vereist. Voilà zo simpel is dat!
Maar terug naar de vrouwen.
In tijden van Corona stellen we al onze hoop op de wetenschap. Daarom vind ik het gepast even stil te staan bij het leven en de verwezenlijkingen van de strafste wetenschapper van het Pantheon:
Marie Curie. Deze vrouw van Poolse origine, wilde niets liever dan meteen gaan studeren toen ze op haar vijftiende al klaar was met haar eindexamen. Dat kon echter niet. In haar geboorteland werden geen vrouwen toegelaten tot de universiteit. Pas acht jaar later had Marie genoeg geld gespaard om zich in Parijs te vestigen en zich in te schrijven in de Sorbonne. Curie had haar hele leven te kampen met dit soort belemmeringen. In 1911 liep ze een zetel in de Franse Academie van natuurwetenschappen mis, na een uitvoerige campagne in de roddelpers, op gang gezet door een stel conservatieven die niet bereid waren een vrouw in hun gezelschap toe te laten.
Op tal van andere vlakken was Curie wel ‘de eerste vrouw die…’ Ze was zowel de eerste vrouwelijke doctor in de natuurkunde als de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Sorbonne én de eerste vrouwelijke Nobelprijswinnaar. Marie Curie sloeg een bres in het mannenbolwerk van de wetenschap, zonder dat het ten koste ging van haar eigen werk. Daarom blijft ze een rolmodel voor alle vrouwelijke onderzoekers.
In 1903 ontving ze een eerste Nobelprijs natuurkunde voor haar onderzoek naar het verschijnsel radioactiviteit en een tweede Nobelprijs scheikunde volgde in 1911 voor de ontdekking van de elementen radium en polonium. Eigenlijk waren dit twee kanten van dezelfde medaille. Het feit dat het Nobelcomité desondanks besloot Curie met twee aparte medailles te eren, geeft aan hoe belangrijk ze is geweest voor zowel de natuurkunde als de scheikunde. Radioactiviteit was aan het begin van de 20e eeuw een volstrekt onbekend verschijnsel. Marie Curie heeft samen met haar echtgenoot Pierre, de term geïntroduceerd. Aanvankelijk kwam radioactief materiaal vooral terecht in consumentenproducten zoals met radium verlichte wijzerplaten en kruisbeelden, cosmetica (gezichtscrème voor een ‘stralende’ huid), radioactieve tandpasta’s!!! Gevolg een hoop zieken en doden.
In eerste instantie had Marie Curie niet door dat haar onderzoek levensbedreigend was. Pas toen bleek dat de radiumbuisjes labo-jassen verschroeiden en brandwonden veroorzaakten, gingen er toch wel wat alarmbelletjes rinkelen. Dat was voor Curie echter geen reden om haar brouwsels over boord te gooien. Het vernietigende effect bracht haar op het idee om radium in te zetten als kankertherapie. Hoewel ze de gevaren van de radioactieve straling nooit volledig heeft erkend, wist Curie in haar achterhoofd vermoedelijk wel waarom zij en veel van haar collega’s aan leukemie leden.
Marie Curie is een voorbeeld van een dappere gedreven wetenschapper. Ze was weliswaar eigenzinnig, maar ze deed haar onderzoek zeker niet voor zichzelf. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, bouwde ze - met de hulp van het Rode Kruis en enkele Parijse weldoeners - achttien auto’s om tot ‘Petites Curies’: ziekenwagens met röntgenapparatuur, cruciaal om botbreuken te diagnosticeren bij de frontsoldaten.
Marie was zeer genereus. Ze leefde van een bescheiden inkomen en al het prijzengeld dat ze kreeg investeerde ze in de wetenschap of gebruikte ze om vrienden en familie in Polen te steunen. Radium, zoals gezegd een populair middel, werd nooit door haar gepatenteerd. Alle wetenschappers konden ermee experimenteren en het gebruik ervan perfectioneren. Zij en haar man hebben er nooit iets aan verdiend.
Marie Curie sterft op 5 juli 1934 aan leukemie, ten gevolge van de hoge dosissen radium waaraan ze is blootgesteld gedurende haar leven. Pierre en Marie Curie worden bijgezet in het Pantheon op 20 april 1995, onder het presidentschap van François Mitterand en in het bijzijn van Lech Walesa. Uit angst voor de straling is de kist van Marie bekleed met lood.
Ondanks haar Poolse afkomst, haar armoede, haar vrouw-zijn in een mannenwereld is Marie Curie, met een scherpe blik en een warm hart, erin geslaagd om baanbrekend werk te verrichten in de wereld van de wetenschap. Ze heeft haar plaats in het Pantheon meer dan wie ook verdiend.