Woensdag 16 augustus
Van Lampeland naar Dalen
Lampeland is een zo een dorp langs één van de lange valleiwegen in Telemark. Een paar winkeltjes, een superette, een wit houten kerkje, maar vooral een benzinestation. Sinds elektrisch rijden zo populair is in dit land, wordt het tankstation een sociale hotspot. De auto aan de laadpaal dwingt tot een koffietje, een ijsje lekken of een heel gamma aan hotdogs, kaneelkoeken en hamburgers. Hier ligt achter het station ons hotel. Wel even schrikken, dus niet een bucolische setting aan het fjord of in de vallei. Nette kamers, een smaakvolle handcraftshop in de inkom. Het ontbijt met zelf gebakken flensjes, gerookte zalm, haring in mosterdsaus en lekker grof brood. De mensen zijn erg vriendelijk. Nog wat afspraken over kamers voor de groep aan de rustige achterzijde van het hotel, en menukeuze uit à la carte menu in plaats van groepsmenu. En dan terug op pad.
Wel vervelend dat we dezelfde 25 km van de vorige dag opnieuw rijden, terwijl er niet zoveel te zien is. Misschien moeten we toch een ander hotel overwegen. Zo zien we maar hoe broodnodig een prospectie is om een goed reisconcept vorm te geven in de realiteit.
Notodden valt op door de stedelijke structuur. Moderne gebouwen gegroeid in de vlakte van de Tinn rond de luchthaven en Norsk Hydro. Een voormalige industriehal herbergt nu het Telemark Art Museum, een must voor liefhebbers van hedendaagse kunst. samen met Rjukan uitgeroepen tot Werelderfgoed. Tweede topper is de staafkerk van Heddal, één van de mooiste van Noorwegen. Boeiend is de link tussen Vikingen en christendom, en van Nibelungen tot Tolkien. Opnieuw na het kerkje in Torpo duikt Margaretha van Antiochië, feiten die de wereldrelaties van de Noormannen in de hoge middeleeuwen benadrukken. Graag zou ik hier nog uren blijven lezen en uitpluizen tot ik het helemaal bevat. Boeiend Europa!
We vullen de watertank op een camperplaats. Een Noorse toeriste uit Kristiansand komt ons vertellen hoe lekker het water is in Notodden. Prompt drinken we het kletske spuitwater uit een plastic fles uit, en vullen ze met kraantjeswater. Ecologisch verantwoord en gezond!
We rijden noordwaarts Telemark binnen. Per vergissing geraken we verzeild op de kronkelende weg over het Gaustaplateau richting Rjukan. Een woeste hoogvlakte gehuld in de mist. Het is koud, amper 5°. De foute route is echter een openbaring. Kale rotspartijen met rood kleurende veenpoelen en toefjes paars bloeiende heide. En erboven de loodzware grijs lucht die op het landschap weegt. Is het een voorbode voor de sfeer in Rjukan? In ieder geval vind ik deze vergissing te mooi om te laten liggen voor de definitieve reisroute.
Diep in de smalle vallei ligt de industriestad Rjukan. Het beeld van arbeidercités, tuinwijken en industriecomplexen van eind 19de eeuw klopt niet met het toeritisch cliché van Noorwegen. Het werkt vervreemdend. Maar tegelijkertijd wekt het nieuwsgierigheid? Wie woonde hier? Wie woont hier nu? Hoenwaren en zijn de omstandigheden? Hoe is het hier in de winter?
Nochtans was de plaats van nationaal en Europees belang, door de nieuwe productieprocessen voor kunstmest, maar nog meer voor het aanmaken van zwaar water tijdens de tweede wereldoorlog. De sabotage van het Noorse verzet van deze fabriek in handen van de nazi’s heeft wellicht de wereldgeschiedenis bepaald. De tragiek wordt met spanning voorgesteld in de voormalige waterkrachtcentrale, met eerbetoon aan de Noorse helden.
De keuze van onze hotel in Rjukan blijkt een regelrechte vergissing. Binnen wel een poging tot update maar dan zonder ziel en sfeer. Op onze vraag of ze de voorgevel en straatzijde ook nog gaan vernieuwen, luidt hhet zntwoord dat dit door stedenbouw en UNESCO-voorschriften niet is toegestaan. Wellicht heeft dit niets te maken met afbrokkelend beton en sigarettenpeuken bij de ingang. Een tweede hotel past niet in onze reisfilosofie. Op naar onze derde optie aan de rand van Hardangervidda. In de roos! Dus website aanpassen. We proeven van het diner en de sfeer in het hotel. Vaststelling: de gasten die dit hotel kiezen passen ook in het Cocon-plaatje. Zit dus goed!
Het regent sinds de voormiddag, en het blijft druppelen, gieten, miezeren de hele nacht lang. De volgende ochtend vertrekken we met blaasjesregen. Het landschap blijft een raadsel, gehuld in mist en lage wolken.
De collectie van Smorklepp Art Museum is wat overroepen en quasi onbereikbaar met autocar. We rijden met de California een vervaarlijk bospad tot aan de ingang. Etienne loopt niet echt warm voor de toets in het werk van Sorensen. Ik denk bij mezelf dat het beste van het oeuvre misschien wel in Oslo is beland.
Wel is het skimuseum in Morgedal een voltreffer. Ooit memoriseerde ik alle ontdekkingsreizigers van Groenland en de Noordpool voor mijn deelname aan de quiz ‘Van Pool tot Evenaar’. Maar hoe de gids Anne-Lise, de wedren tussen Amundsen en Scott vertelt, om als eerste hun vlag op de Noordpool, is ronduit subliem. En eerlijk gezegd, ik wist niet dat Telemark voor en na Amundsen zo’n voorname rol speelde in de skisport. Nog steeds zit het land de top voor de Alpiene sporten. En dat wordt in de filmproductie in het museum adembenemend getoond.
We vinden een plaats aan de rand van het bos voorbij de laatste schapenboerderij in Kviteseid. Dan trekt de nevel op en ontdekken we de groene bergen met verspreide boerderijen van Telemark. Hoe romantisch kan Noorwegen zijn, zelfs met belgeklinkel en geblaat de hele nacht lang.
Etienne haalt zijn fotoschade in en we profiteren van een heerlijke zonnige dag rond Kviteseid en Dalen. De meeste musea sluiten echter vanaf 16 augustus. We kruipen hier en daar over een ketting, gluren door de ramen, en maken onze keuze tussen kleine en grotere, toonaangevende en minder belangrijke musea en sites.
Op de tenen word ik rondgeleid door de receptioniste in het historische luxehotel Dalen, tussen gasten die zich de nodige eigenwaan toemeten terwijl ze de minigebakjes van hun afternoon tea verorberen. Hier gaan we zeker met onze gasten lunchen, en dan liefst op het houten bordes met zicht op het gebergte bij een staalblauwe hemel zoals vandaag.
Door wegenwerken is de weg vanuit Eidsberg geblokkeerd naar Dalen. We vermenen een rustig plekje te hebben gevonden bij de historische staafkerk. Het wordt zelfs door mijn zus in onze campergroep op whatsapp verzekerd. Maar ‘s nachts rijden grasmaaiers en bobcats af en aan om de wegbermen te maaien. Na 9 uur ‘s avonds kunnen we terug dalwaarts. Dus toch maar opgekrast en afgezakt naar Dalen, om daar de nacht verder te zetten op de goed uitgeruste camperparking.
Vroeg uit de veren, want zo dadelijk wordt ook daar onze uitvalsweg ook afgesloten vanaf 9 uur, denken we nog…